Laat je erfenis bij de bank staan

Eind 2011 is er een uitspraak gedaan door de Centrale Raad van Beroep waarbij verlaging van een uitkering werd goedgekeurd. De reden was dit keer niet het verzwijgen van een erfenis, maar de diefstal ervan.

In mijn dagelijkse praktijk kom ik gelukkig weinig in aanraking met diefstal of uitkeringen, maar ik vond het wel een aardig gegeven dat die beide zaken te maken kunnen hebben met een vakgebied waar ik wel bijna dagelijks mee bezig ben: erfrecht.

Ernst Loendersloot - senior kandidaat notaris te Maastricht

Ernst Loendersloot – senior kandidaat notaris te Maastricht

De situatie

In deze zaak was een oudere dame overleden. Als erfgenamen had zij vier kleinkinderen achtergelaten. Eén daarvan ontving een uitkering van de gemeente.

Nadat de erfenis was afgewikkeld, is aan ieder van de kleinkinderen geld overgeboekt, waardoor deze uitkeringsgerechtigde kleinzoon een bedrag van € 90.000,- op zijn bankrekening kreeg bijgeschreven.

Korte tijd later heeft dit kleinkind dit bedrag in contanten opgenomen bij de bank en thuis in de kluis gelegd.

Dat bleek niet zo verstandig te zijn, want een week later deed deze erfgenaam aangifte bij de politie van diefstal van de kluis (met daarin dus het geld).

Ook meldde hij aan de gemeente dat de erfenis helaas niet meer voorhanden was, vanwege deze diefstal.

Stopzetten uitkering vanwege “onvoldoende besef van verantwoordelijkheid”

In het op deze zaak toepasselijke artikel 18 lid 2 van de Wet werk en bijstand is opgenomen dat de uitkeringsinstantie een uitkering kan korten als de ontvanger van de uitkering blijk geeft onvoldoende verantwoordelijkheidsbesef te hebben. Van korten kan worden afgezien als er geen sprake is van verwijtbaarheid aan de kant van de uitkeringsgerechtigde.

De gemeente vond dat in deze situatie sprake was van onverantwoordelijk gedrag. Dit, omdat het niet normaal is om dit soort bedragen thuis te bewaren.

Het zal niemand verbazen dat de kleinzoon het anders zag en vond dat hij niet onverantwoordelijk was geweest. Hij droeg daarvoor een aantal argumenten aan:

=  in zijn kring waren contante betalingen gebruikelijk; (hij woonde in een woonwagen)

=  hij wilde zich overtuigen van de echtheid van het geld dat hij uit de erfenis had ontvangen;

=  hij had geen vertrouwen in het bankwezen;

=  hij had het geld zorgvuldig opgeborgen in een kluis.

De Centrale Raad van Beroep was van dit alles niet onder de indruk en gaf de gemeente gelijk. De uitkering mocht gekort worden.

Mijn advies

De rechters vonden dat het in huis hebben van grote sommen contant geld onverstandig was. Er staat niet in de uitspraak dat dit als het ware diefstal uitlokt, maar het scheelt niet veel.

Als jij, net als deze kleinzoon, het bankwezen niet vertrouwt, raad ik je af om jouw

spaargeld thuis onder de matras te bewaren. Wel adviseer ik dan om eens na te gaan of je spaargeld onder het DepositoGarantieStelsel valt.

Als dat zo is, slaap je waarschijnlijk beter als je je geld bij de bank laat staan, dan wanneer je er ‘s nachts bovenop ligt.

Wil je hierover wat laten weten, stuur dan een mail.  

Printversie

%d bloggers liken dit: