Dankzij de Rechtbank te Rotterdam weten we nu wanneer een affectieve relatie gelijk te stellen is aan een huwelijk. En dat is maar goed ook, want dan weten we ook wie de erfenis krijgt als één van de partners in die relatie overlijdt: de langstlevende of de zuster van de overledene.
Ik zal u graag het antwoord geven op die laatste vraag, maar eerst moet ik u de situatie schetsen en dat kan een beetje langdradig zijn. Dus heb alstublieft geduld.
De gewraakte bewoordingen van het testament
In 1986 laat een man een testament opstellen waarin wordt bepaald dat als hij overlijdt en dan nog niet gehuwd is, hij zijn aanstaande echtgenote, mevrouw X, tot enig erfgenaam benoemd.
Vierentwintig jaar later overlijdt de man. Op dat moment is hij niet getrouwd. Wel blijkt dat hij sinds 1986 samengewoond heeft met mevrouw X en dat zij ook samen een woning hebben gekocht. Maar ze hebben nooit een trouwdatum geprikt.
De zuster van de overledene voert nu aan dat zij erfgenaam is. Ik vat haar stelling als volgt samen: uit het testament blijkt dat mevrouw X alleen erfgenaam is als er sprake is van een verloving. Nu er vierentwintig jaar lang geen stappen zijn gezet om te trouwen, is de bepaling uit het testament niet van toepassing. Daarom is de zuster als dichtstbijzijnde familielid erfgenaam.