Processie met de pastoor ingekort
Als kandidaat-notaris moet je bijblijven met de ontwikkelingen in onze vakgebieden. Meestal heb ik het te druk op kantoor om mijn vakliteratuur bij te houden en daarom kies ik er geregeld voor om die buiten kantoor op een rustige plek te lezen.

Mr. Ernst Loendersloot, Senior kandidaat notaris te Maastricht. Fotograaf: Bert Beelen

Mr. Ernst Loendersloot, Senior kandidaat notaris te Maastricht. Fotograaf: Bert Beelen

Zo zat ik onlangs op het terras bij Coffee Lovers op de Glacisweg met een kop thee om jurisprudentie door te lezen. Terwijl ik daar zat kwam de processie van Sint Pieter langs. De route die afgelegd werd door de parochianen van Sint Pieter Beneden was echter korter dan normaal omdat er slecht weer dreigde. Alhoewel de pastoor onder een baldakijn liep, was die dreiging toch reden om snel terug te gaan naar de kerk.

Preken voor eigen parochie: leg het vast
Na dit moment van bezinning, las ik een uitspraak van de Rechtbank Den-Haag en toen kwam de uitdrukking “preken voor eigen parochie”  naar voren.

Ik ben namelijk van mening dat het belangrijk is om zaken vast te leggen zodat er nooit onduidelijkheid kan ontstaan of er afspraken zijn gemaakt. Ik ben er voorstander van om dat dan bij een deskundige jurist te doen, zoals een notaris.

Dat blijkt uit een geval in Den Haag waar een stel ging samenwonen en de koopsom door de man geleend werd van zijn moeder. Alleen hierover werd niets aan het papier toevertrouwd.

Wel had het stel een samenlevingscontract op laten stellen door de notaris en daarin was een verblijvensbeding opgenomen. Zo’n beding houdt simpel gezegd in dat afgesproken wordt dat alles wat het stel samen bezit automatisch naar de langstlevende gaat als één van hen overlijdt.

In dit geval was er bovendien opgenomen dat de langstlevende dan wel alle schulden moest overnemen die waren aangegaan voor de aankoop van de woning en die vastgelegd waren in een onderhandse of notariële akte.

Moeder kan fluiten naar haar geld of verhalen op haar kleinkinderen
Zoals aangegeven hadden moeder en zoon echter niets vastgelegd over de geldlening. Moeder had het geld simpelweg aan de notaris overgeboekt zodat de koopsom en kosten koper betaald konden worden.

De rechtbank was zeer strikt en concludeerde dat de schuld van de zoon aan moeder weliswaar bestond, maar dat die niet door de “schoon”dochter afgelost hoefde te worden. Het verblijvensbeding stelde immers expliciet dat die schuld uit een schriftelijk stuk moest blijken.

Gevolg van dit alles was dat de woning wel volledig eigendom was geworden van de “schoon”dochter op grond van het verblijvensbeding, maar dat de schuld aan moeder niet door haar overgenomen hoefde te worden op grond van de exacte bewoordingen van hetzelfde beding.

Moeder moet nu dus maar de aflossing van de schuld bij de erfgenamen van haar zoon halen. Dat kan betekenen dat oma haar kleinkinderen moet aanspreken.

Voorwaar een zware, bijna oud-testamentische, straf voor moeder vanwege het niet op papier zetten van de afspraken met haar zoon. En met deze overdenking sluit ik dit stuk af.

Print versie: Klik hier.

%d bloggers liken dit: