Beste lezer,
Recent las ik over de uitkomsten van een enquete over het opstellen van testamenten. De meeste gehuwde ouders met kinderen hadden geen testament en wilden dit ook niet op laten stellen door de notaris.
Van de twee belangrijkste redenen schrok ik. De ondervraagde personen vonden die belangrijk, maar ze zijn kortzichtig. In deze en de volgende column wil ik daarom aangeven waarom het voor getrouwde stellen met kinderen toch belangrijk is om een testament op te maken, waarbij ik mij richt op die twee veel genoemde argumenten.
Ik hoef geen testament want de langstlevende is in de wet beschermd !
Simpel gezegd is dit de eerste reden waarom echtparen van mening zijn dat zij geen testamenten hoeven op te maken.
Op het eerste oog is dit correct. Door de zogeheten wettelijke verdeling krijgt de langstlevende alles en moeten de kinderen maar wachten. Pas als de langstlevende ook overlijdt of failliet verklaard wordt, kunnen de kinderen hun kindsdeel opeisen.
Maar ik denk dat je het als ouder dan slecht hebt geregeld voor je kinderen. Want wat er niet in de wet staat, is de zogeheten anti-schoonzoon– of anti-schoondochter-clausule. Als je wilt voorkomen dat bij een echtscheiding van je kind de “koude kant” met de helft van de erfenis er van door gaat, dan moet je als ouder deze clausule opnemen in je testament.
Waarom is deze uitsluitingsclausule van belang voor je kind ?
Een terechte vraag en ik wil die beantwoorden door een uit het leven gegrepen voorbeeld te gebruiken.
Vader (64) en moeder (61) wonen in een huis dat nu helemaal vrij van hypotheek is. Vader overlijdt zonder testament en hij laat achter zijn vrouw en één kind (een zoon). Moeder krijgt alles op grond van de langstlevende regeling in de wet (de wettelijke verdeling). Het vadersdeel is € 50.000,- groot, maar de zoon zal dat pas ontvangen als ook zijn moeder overleden is of failliet gaat.
De zoon (50) is in de wettelijke (algehele) gemeenschap van goederen getrouwd. Zijn echtgenote vraagt na het overlijden van haar schoonvader de echtscheiding aan en heeft recht op het halve vermogen dat zij en de zoon hebben opgebouwd.
Omdat de ouders van de zoon geen testament hadden, valt zijn vadersdeel volledig in de gemeenschap van goederen en heeft de schoondochter nu recht op € 25.000,-. Dat de zoon niet aan dat geld kan komen tot zijn moeder is overleden of failliet is verklaard, maakt niet uit. Hij moet zijn vadersdeel delen en de helft uitbetalen aan zijn ex-echtgenote.
Als vader en moeder echt goed hadden gezorgd voor hun kind, dan hadden ze een testament opgesteld met daarin de anti-schoonzoon– of anti-schoondochter-clausule.
Wordt vervolgd