Recent is van de drukpersen de eerste uitgaaf van het tijdschrift ANBI WIJZER gerold. Dit tijdschrift richt zich op de zogeheten Goede Doelen in Nederland.

Ik heb daarin een column geschreven over een schenking aan het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (NMF) voor de (geplande) aankoop van een viool.

Als u niet alleen deze column wilt lezen, maar ook wil weten hoe bijvoorbeeld een maatregel op het terrein van de BTW nadelig uitpakt voor samenwerkende ANBI’s, neem dan een abonnement op het tijdschrift.

Ook is nabestelling van de eerste uitgaaf met mijn column nog mogelijk.

De column zelf wil ik u niet onthouden, dus die treft u hieronder aan.

William Stapp als docent

 In de ANBI Wijzer wordt aandacht besteed aan allerhande zaken die goede doelen raken. Mij is door de hoofdredacteur gevraagd om daarbij licht te werpen op de notariële aspecten. En ik zal dat graag doen.

In deze column sta ik stil bij een donatie aan het Nationaal Muziek Instrumentenfonds (NMF) en waarom de door dit fonds voorgestelde handelwijze niet aan te raden is voor dit fonds.

Voor een goed begrip schets ik eerst de situatie. Een cliënte van mij wil graag goed doen en heeft een budget van € 10.000,-. Maar zij wil wel zoveel mogelijk “bang for my bucks”. Als Amerikaanse die in Nederland woont en werkt gebruikt zij geregeld uitdrukking uit haar vaderland.

Zij wil een jonge vioolbouwer, de heer William Stapp, in staat stellen een zeer goede viool te bouwen. En vervolgens wil zij deze viool ter beschikking stellen aan een muzikant die niet in staat is zelf zo’n duur instrument te kopen. Vandaar dat het Nationaal Muziek Instrumentenfonds in beeld kwam. Het fonds is een ANBI en fungeert als eigenaar van muziekinstrumenten die zij uitleent aan (jonge) musici. Naar ik begreep heeft onder meer de wereldberoemde violiste Janine Janssen een viool bespeelt van het fonds.

Om zo optimaal mogelijk de fiscale regelgeving te benutten, is toen het volgende voorgesteld. In een akte, op te stellen door de huisnotaris van het MNF, wordt vastgelegd dat mijn cliënte ieder jaar € 2.500,- zal schenken aan NMF. Daardoor krijgt mijn cliënte de mogelijkheid om deze schenking zonder beperkingen af te trekken van haar belastbaar inkomen. Sterker nog door een tijdelijke maatregel mag zij in de jaren 2012 tot en met 2016 in haar aangifte deze schenking verhogen tot 125%. Doordat zij 40% inkomstenbelasting betaalt schenkt zij netto zelfs iets minder dan € 10.000,-. Dit wordt ook de Multiplier genoemd waarover een andere keer meer.

Tot zover niets nieuws voor u. Maar de viool-bouwer moet wel in één keer betaald worden en dus is er direct € 10.000,- nodig. Mijn cliënte wilde dit bedrag daarom als een lening verstrekken aan het MNF, waarop het MNF dan ieder jaar € 2.000,- zou aflossen. Gevolgd door overboeking van€ 2.500,-door mijn cliënte op grond van de notariële akte van periodieke schenking. Ook dit soort kasrondjes is niet echt nieuw en is misschien niet eens nodig.

Maar het MNF stelde voor om iets extra’s op te nemen in de akte. Want als mijn cliënte zou overlijden binnen de termijn van vijf jaar, dan zou er nog een restant schuld zijn van het MNF aan haar, maar haar plicht tot periodieke betaling van € 2.500,- zou wel vervallen zijn. De oplossing zou volgens het MNF zijn dat, op kosten van MNF, cliënte bij mij een testament op zou stellen waarin opgenomen een legaat aan het MNF ter grootte van de restant schuld. “Problem solved” zoals mijn cliënte zei.

Ik was het daar niet mee eens. Een testament kan namelijk eenvoudig herroepen worden. En als mijn cliënte dat zou doen, zou het MNF daar pas achterkomen op het moment dat zij overlijdt en haar erfgenamen het MNF aanspreken op afbetaling van de restant schuld.

Daarom heb ik twee oplossingen voorgesteld. De eerste kan ik niet verzorgen want dan moet door  het MNF op het leven van mijn cliënte een (in vijf jaar tijd qua uit te betalen bedrag) dalende overlijdensrisico-verzekering (OVR) worden afgesloten. Maar dan zou zij medisch gekeurd moeten worden omdat zij al een hoge OVR heeft in verband met de hypothecaire lening op haar eigen huis.

De andere oplossing is dat de periodieke schenking niet (via een machtiging) wordt vastgelegd door de notaris van het NMF, maar door mij. In mijn akte neem ik dan ook de regeling op dat als mijn cliënte voortijdig zou overlijden, de restant schuld wordt kwijtgescholden aan het NMF. Voor deze regeling zal mijn cliënte zelf moeten tekenen, omdat het formeel een “regeling is terzake des doods”.

Volgens artikel 42  van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek moet zo’n regeling worden vastgelegd in een notariële akte die door mijn cliënte in eigen persoon getekend moet worden bij de notaris. En dat wil zij niet doen bij een haar onbekende notaris die normaal de schenkingsakten voor het NMF opmaakt.

Dus volgens mij is nu pas het probleem echt “solved”.

 

%d bloggers liken dit: