Geachte relatie,

Het zal u niet ontgaan zijn dat er o.a. op de beursen een probleem is. Daarnaast of als gevolg daarvan zijn er ook remmingen in de economie en houdt ook het Internationaal Monetair Fonds rekening met een wereldwijde nulgroei of zelfs recessie. Dit betekent dat afnemers van u of uw relaties in betalingsproblemen komen. Voor u of uw relaties kan dat betekenen dat ook debiteuren of die van deze debiteuren in de financiële problemen kunnen komen, waardoor rekeningen niet betaald worden.

Om te voorkomen dat u meer problemen krijgt dan nodig is, heeft u vast maatregelen genomen in de overeenkomsten die met uw afnemers zijn gesloten en de Algemene Voorwaarden die daarbij van toepassing zijn.

Onlangs hebben wij een introductiecursus faillissementsrecht bijgewoond welke gegeven werd door een advocaat/curator. Daarbij kwam aan de orde dat slechts ongeveer 3% van de gewone crediteuren bij een faillissement (gedeeltelijk) wordt betaald en dat vaak blijkt dat de genomen maatregelen onvoldoende zijn.

Zoals u zult begrijpen, schrokken wij daarvan en willen wij u een aantal punten doorgeven waar u en/of uw relaties eens naar moeten laten kijken door een deskundige. Gaat u dus naar uw advocaat/juridisch adviseur en overleg met deze. Wij zijn niet meer dan een leek op dit gebied en het volgende is opgetekend naar aanleiding van ons begrip van de introductiecursus. Iedere aansprakelijkheid wordt dan ook afgewezen.

Mocht na lezing van dit stuk een deskundige op het gebied van faillissementrecht zich geroepen voelen om e.e.a. te corrigeren en/of nader toe te lichten, dan zullen wij graag de op- en/of aanmerkingen doorsturen aan allen die ook dit schrijven van ons ontvangen.

Punt 1

De eerste opmerking tijdens de cursus betrof de toepasselijkheid van de Algemene Voorwaarden. Vele bedrijven volstaan met vermelding op de nota of hun briefpapier dat de Algemene Voorwaarden toepasselijk zijn.

Bij de afwikkeling van een faillissement wordt door curatoren de vraag opgeworpen of u als crediteur kunt aantonen dat de Algemene Voorwaarden van toepassing zijn op de door u geleverde diensten/producten. Als u dan niet kunt aantonen dat de debiteur de voorwaarden ook heeft gezien, staat u op grote achterstand.

Het advies was dan ook om bestellingen te bevestigen en daarbij expliciet te vermelden dat uw Algemene Voorwaarden toepasselijk zijn en deze dan ook nog eens bij te voegen. Ook dat laatste moet u dan duidelijk in uw bevestigingsbrief vermelden. Ook bij klanten waar al langer zaken mee worden gedaan, werd geadviseerd om dat bij de eerst komende bestelling te doen.

Punt 2

Vervolgens kwam er een opmerking inzake Eigendomsvoorbehoud in Algemene Voorwaarden. De cursusleider gaf aan dat in de Algemene Voorwaarden vaak wel een eigendomsvoorbehoud wordt gemaakt, maar dat dit vaak niet goed is gedaan.

U behoudt zich dan het eigendom voor van de geleverde zaken totdat er betaald is.

Op de website van het Nederlands Verbond Toelevering Bouw (www.nvtb.nl/index.cfm/index.cfm) wordt als voorbeeld gegeven dat er stenen zijn geleverd, maar deze bij de debiteur op een grote hoop liggen met gelijke stenen die van een andere leverancier komen. Als u dan niet kunt aantonen welke individuele baksteen door u is geleverd, dan heeft uw eigendomsvoorbehoud geen enkele zin gehad.

Stel dat u wel kunt aantonen, welke bakstenen van u zijn (bijvoorbeeld doordat er in iedere baksteen een code is aangebracht), dan heeft u vervolgens misschien toch nog een probleem. Stel namelijk dat de rekening slechts voor 50% is voldaan. Volgens de cursusleider is het dan aan u om aan te tonen welke specifieke baksteen volledig en welke baksteen in het geheel niet is betaald. Het zal u niet lukken dit te bewijzen en dat betekent dat de curator u zonder uw bakstenen terug naar huis stuurt. U bent dan weer concurrent-debiteur en krijgt waarschijnlijk nooit uw geld.

De oplossing hiervoor zou een verlengd eigensdomsvoorbehoud zijn. Dit moet echter wel correct in uw Algemene Voorwaarden zijn vermeld en die moeten dan wel toepasselijk zijn (zie punt 1).

Volgens de cursusleider betekent e.e.a. in de praktijk dat minder dan 3% van de crediteuren hun spullen terugkrijgen.

Punt 3

Een laatste punt dat ik nog mee wil geven, betreft de verpanding van de post debiteuren. Als u een financiering heeft bij een bank, zult u dit zeker mee maken of meegemaakt hebben. U geeft dan aan de bank op voorhand uw debiteuren-portefeuille.

Volgens de wet kan dit via een bij afdeling de Registratie en Successie van de Belastingdienst geregistreerde akte en moet het gaan om bepaalbare vorderingen. De bank verplicht u daarom om (meestal) iedere maand een overzicht aan de bank te sturen van uw debiteuren.

Er schijnt nu een discussie te zijn hoe de bank daar verder mee om moet gaan. Ziet de bank er niet op toe dat deze lijsten van debiteuren worden toegestuurd, dan is het mogelijk dat de verpanding geheel geen zekerheid biedt aan de bank. Stel dat de lijsten wel keurig worden opgestuurd, dan is nog de vraag of de bank die lijsten dan niet telkens moet laten registreren om zekerheid te hebben.

Het schijnt dat er een bank is in Nederland die nu iedere dag naar de Registratie gaat met een briefje waarin niets anders staat dan dat er een verpanding van debiteuren heeft plaatsgehad, waarvan de exacte omvang blijkt uit de administratie van diezelfde bank. Dit zou dan voor alle filialen van deze bank voldoende zijn.

Vooral voor de adviseurs bij banken is dit punt van belang. Misschien moet de kredietcommissie van uw bank zich nog eens beraden op de werkwijze. Mocht u als ondernemer echter diensten of goederen leveren en heeft u de debiteuren van uw afnemer aan u laten verpanden, neem dan zeker contact op met uw jurist om te beoordelen of u uw handelwijze moet aanpassen.

Punt 4

Als u dan toch bij uw juridisch adviseur aan tafel zit om het voorgaande te bekijken, praat dan ook eens over de verhuurconstructie.

Ik ga hier verder niet diep op in, maar het schijnt dat deze methode wordt ingezet als er signalen zijn dat de fiscus bodembeslag gaat leggen. Met de verhuur-constructie voorkomt de ondernemer dat (een deel van) de apparatuur door de belastingdienst in beslag genomen wordt.

Wel gaat dan direct het bedrijf (letterlijk) op slot, zodat doorwerken onmogelijk is. Dit schijnt echt een laatste redmiddel te zijn en heeft eigenlijk alleen een voordeel voor de bank die de financieringen heeft verstrekt aan de ondernemer.

Omdat daardoor de schuld aan de bank doorgaans (wat) lager uitvalt, dan als de belastingdienst het bodembeslag kan leggen, heeft de ondernemer daar toch een (klein) voordeel mee. In de praktijk is de ondernemer namelijk toch ook privé aansprakelijk richting de bank als er een faillissement is.

%d bloggers liken dit: